Het Twentsche paradijs (2004)

De basis van de productie vormt de kleinschalige uitvoering van ”Het Twentsche Paradijs” uit het begin van 1980. De teksten hiervan bieden voldoende aanknopingspunten voor een voorstelling, waarin enerzijds de opkomst en neergang van de textielindustrie wordt geschetst, maar tegelijkertijd hoe deze roerige episode in de Twentse geschiedenis in meer algemene zin heeft doorgewerkt in de Twentse volksaard (Tegn hoge heern mö-j zwiegen of joa zeggen).
De kern vormt de grote textielstaking in de jaren ’30, die in eendrachtige samenwerking door de textielbaronnen en de kerk (christelijke vakbeweging) wordt gebroken. Daar wordt de wat abstractere verhaallijn doorheen gevlochten van de Twentse arbeider, die keuterboer blijft in het diepst van zijn gedachten. Als keuterboeren en thuiswevers door de industriële revolutie de fabrieken in gedreven, raken ze voorgoed hun vrijheid kwijt. Tegen wil en dank komt de Twentse arbeider – daartoe aangezet door vrömden – één keer in verzet tegen de hoge heern. Maar als dat verzet tijdens de Grote Textielstaking hardhandig de kop wordt ingedrukt, lijkt de Twentse arbeider zich definitief neer te leggen bij de almacht van kerk en kapitaal. Zwijgt, zegt ‘joa, joa’ en trekt zich terug op z’n volkstuintje, de enige plek waar hij nog iets van het gevoel van vrijheid van z’n voorvaderen, de keuterboeren, voelt.
Het Twentsche Paradijs wordt qua tekst opgezet als een raamvertelling. Dat wil zeggen: beginnen met de (textiel)arbeider in z’n volkstuintje, waarmee de oorspronkelijke uitvoering van het Twentsche Paradijs eindigde.
Die arbeider kijkt terug op wat z’n opa – van oorsprong een keuterboertje – hem heeft verteld over het leven in de textiel en dan met name het verloop van de Grote Textielstaking in de jaren ’30. Vervolgens wordt dat verhaal verteld, met als dramatisch (ook in muzikaal opzicht) hoogtepunt de staking. Uiteindelijk komt de arbeider uit het begin terug met een epiloog.

Voor het vertellen van het verhaal van de aanzet tot de Grote Staking en het neerslaan daarvan wordt een deel van de oorspronkelijke tekst(ingedikt en aangepast) gebruikt.

Regie: Oscar Wagenmans

Orkest: Armonia o.l.v. Bert Fransen

Decor: Maria da Graça Cabral Oliveira de Andrade

Plaats een reactie